Meesterschap in stekken: De complete handleiding voor het maken van zomerstekken en winterstekken

Meesterschap in stekken

De complete gids voor het maken van zomerstekken én winterstekken

Door Bas van de Zeven Droomtuinen
27 november 2023
Laatste update:  19 maart 2024
Ik ben Bas en vanuit de Zeven Droomtuinen laat ik je zien hoe je met eenvoudige middelen en een kleine dosis verbeeldingskracht een stukje ruimte kunt omtoveren tot een sprookjesachtige droomtuin met oog voor de natuur.
Meer over mij
Kort & bondig

In dit themanummer een complete gids voor het nemen van winterstekken of zomerstekken

Vanaf het eerste moment van het selecteren van de tak of twijg tot het moment dat de stek gereed is om zijn definitieve plek te gaan bewonen!🌿
Met deze ins en outs komt het stekken van een breed scala aan planten ook voor jou binnen handbereik.

Wil je snel door de gids kunnen navigeren, maak dan gebruik van de inhoudsopgave.
 Elke link brengt je direct naar de gewenste alinea.
Weet je al of je een winterstek of zomerstek wilt gaan nemen, dan heb ik hier twee snelkoppelingen voor je:

Winterstekken van de gouden regen (Laburnum) en de zomerlinde (Tilia) zijn in het daaropvolgende voorjaar uitgelopen en al aardig gegroeid. Missie geslaagd!
Lavendel stekken (Lavandula) in arme potgrond. Deze potgrond bestaat uit de restanten van gebruikte potgrond die ik heb opgespaard. Onder stap 4 zijn de Lavendel stekken beneveld met een biologisch schimmelwerend middel.
De stekken zijn gesneden en worden netjes gesorteerd door ze in bosjes bij elkaar te binden. Een elastiekje is hierbij ideaal.
Je kunt de stekken per stuk in het stekmedium (de stekbodem) steken maar ook in bosjes steken. Ik gebruik elastiekjes om de bosjes bijeen te houden.
Stekken van diverse heesters opgesteld in een bergje opvulzand. Je kunt ook metselzand of gewone zandgrond (zanderige tuinaarde) gebruiken. Klop of water het medium rondom de vers gestoken stekken goed aan. De groep winterstekken op de afbeelding heb ik na het aanplanten nog wat in de lengte ingekort zodat ze een mooie lengte krijgen.
Het hielstekje: Stekmateriaal dat via scheuren gemaakt is. Het zogenaamde hieltje moet nu alleen nog wat worden ingekort, om de kans op rotten in een later stadium te verminderen.
Vijf verschillende zomerstekken: Sneeuwbal (2x), Portugese Laurier, Lavendel en Conifeer stekken. Let op de onderzijde van de stekken: Het hieltje is ingekort
Een aantal zomerstekken onder plastic. Blauwe Regen stekken (Wisteria) in de kleuren wit en roze, Trompetbloem stekken, Jasmijn stekken, Bosrank (Clematis) stekken en een niet te stekken Sering
Een aantal stekken direct in het zand gestekt ondergepannen doorzichtig plastic: Glansmispel (Choysia ternata), Sneeuwbal (Viburnum tinus), Sneeuwbal (Viburnum davidii, Liguster (Ligustrum vulgare)
Liguster stekken (Ligustrum vulgare) die even mogen luchten. Liguster is een ontzettend eenvoudige plant om te stekken. Zoals je ziet durf ik deze plant te stekken zonder enige tussenruimte te houden. De eerste stekken zijn inmiddels al aangeslagen (beworteld), getuige de uitloop van jonge twijgen!
Het controleren van wortelvorming. Onder aan de pot of tray verschijnen uiteindelijk witte worteltjes. Laat de stekken nog even rustig in deze pot of tray doorgroeien zodat het wortelnetwerk steviger en uitgebreider kan worden.
Het ideale stekmedium: Een klein beetje verarmde potgrond gemixt met zand
Dé lakmoesproef voor het bepalen of de tak of twijg leeft is om met je nagel een klein beetje van de bast van een tak af te schrapen. Als het goed is, bevindt zich (ook in de winter!) een heldergroene laag (kleur) onder de bast. De foto is gemaakt hartje winter.
Direct bekijken

De complete gids voor het nemen van zomerstekken en winterstekken

Om jou te laten delen in alle bevindingen, inzichten en kennis die ik proefondervindelijk door de jaren heen met het stekken van tal van heesters en bomen heb opgedaan, heb ik deze special gewijd aan het vakmanschap der stekken. In deze  handleiding voor het maken van zomerstekken én winterstekken deel ik alle ins en outs op het gebied van stekken, zodat het stekken van een breed scala aan planten ook voor jou binnen handbereik komt.
Ik wens je veel lees-, kijk- en bovenal stekplezier toe!

Inhoudsopgave


Wat is een stek eigenlijk?

Het woord stek komt van steken. Een tak in de aarde "steken". En precies dit is waar het verhaal van de stek begint. Het is het verhaal van de losse een tak of twijg die - als je deze in de aarde steekt - blijkbaar in staat is om een nieuwe plant te vormen... Het is zondermeer bijzonder natuurfenomeen. En toch is het niet zo dat elke willekeurige tak die je even in de grond steekt, perse wortel zal schieten.

Hoe ontstaat een succesvolle stek?

Een stek is dus een tak of twijg die, zodra deze een stukje in de grond staat, wortel schiet. Maar dit gebeurt niet zomaar en niet altijd. Het hangt van een paar zaken af die ik dadelijk zal onthullen. Als je met deze zaken rekening houdt, dan is jouw stekpoging al voor de helft geslaagd!

Ik neem je eerst even mee naar het verhaal van de succesvolle stek. Een succesvolle stek is een tak of twijg die niet meer aan een moederplant vast zit maar zelfstandig in de grond staat, in staat blijkt te zijn om wortel te schieten én in staat blijkt om vervolgens uit te groeien tot een volwaardige plant. Groeit een stek niet daadwerkelijk uit tot een nieuw plantje, dan is de stek dus niet gelukt.

Vanaf het moment dat we onze succesvolle stek in wording van de moederplant afknippen of afbreken, ontvouwen zich opeenvolgend vier verschillende natuurprocessen:

  1. Zodra de succesvolle stek als takje of twijg in de grond wordt gestoken, ontstaat een soort van stress in de tak. Het is het bewustzijn dat de levensvatbaarheid van de zelfstandige tak op het spel is komen te staan. Die stress ontstaat van nature in de tak. Want ook al is de tak van de moederplant gescheiden, de tak leeft nog steeds! De natuur wil voortleven en als het even kan verder uitdijen in nieuwe vormen, mogelijkheden en - in ons voorbeeld - planten! Stress is niets anders dan een wekker dat het voortbestaan op het spel staat. Tijd voor actie dus!
  2. Het interessante is nu dat de succesvolle stek vervolgens op het vlak waar die stress het meest merkbaar is, zal proberen de wond te herstellen. En laat dat nu precies in het gebied zijn waar de tak van de moederplant is afgebroken of afgeknipt. Op het snij- of breekvlak ontstaat nu wondweefsel. Dit gebeurt doorgaans na een kleine week tot een week of twee. Callus wordt dit ook wel met een sjiek Latijns woord genoemd. Callus ontstaat als de tak het idee heeft dat ie op de plek waar de wond zich bevindt, toegang heeft tot een voedingsbodem. Die voedingsbodem hoeft dus eigenlijk helemaal niet uit aarde te bestaan. Sommige planten schieten zelfs in de lucht wortel! Het hangt er maar net vanaf wat voor soort plant het betreft en hoeveel groeihormoon zo'n plant al van nature bezit. (Dat groeihormoon kun je trouwens ook een beetje sturen door gebruik te maken van stekpoeder of zelfs wilgentakken! Stekken on steroids😉). De meeste planten stekken zich echter het beste via de aarde (grond). Zo ook onze succesvolle stek. Dat wondweefsel kun je ook echt zien als je een verse stek uit de grond haalt. Het ziet eruit als een soort van bobbeltjes die op de wond zijn ontstaan. Verdikkingen, alsof de plant eelt op de wond heeft gekregen. Beschikt een stek over Callus-weefsel, dan is de kans op wortelvorming al aanzienlijk gestegen!
  3. Op het wondweefsel ontstaan - als de omstandigheden tenminste goed zijn - vervolgens worteltjes! Soms ontstaan ze ook in de buurt van de wond, soms zelfs op andere delen van de tak onder de grond, op willekeurige plekken. Deze allereerste worteltjes vormen echter niet de definitieve wortels van de plant! Het zijn als het ware de voorbodes voor echte wortels. Deze voor-wortels zijn erg kwetsbaar. Trek je een stek van een week of drie uit de grond en deze heeft toevallig van deze witte voor-worteltjes gemaakt, dan is de kans groot dat je deze niet eens zult zien: Ze breken direct af zodra je de tak uit de grond trekt!
  4. We laten onze succesvolle stek dus nog even in de grond staan. Na een tijdje zal de stek - als de omstandigheden tenminste goed zijn - boven de grond knoppen vormen. Soms zijn die knoppen al aanwezig, soms ontwikkelt de stek zelf uit het ogenschijnlijke niets knoppen. We noemen dit knopvorming op slapende knoppen. Slapende knoppen waren wel al aanwezig maar ze zijn niet zo eenvoudig herkenbaar. Dit is over het algemeen het teken dat de stek de fase van voor-worteling is gepasseerd en nu gereed is voor het aanmaken van echte wortels. Ook deze wortels zijn soms erg fijn van structuur, maar wel een stuk steviger. De stek heeft het gered en zal nu - wederom als de omstandigheden tenminste goed zijn - uitgroeien tot een prachtige nieuwe volwaardige plant.

Wat zijn de voorwaarden voor een succesvolle stek?

Psst...Voordat je verder gaat met lezen: 


Ik ga je onder andere via het katern projecten laten zien hoe je je eigen sprookjesachtige droomtuin kunt maken.

Heb je op deze pagina gevonden wat je zocht, struin dan eens op je gemak door de sprookjesachtige tuin ideeën en creaties die nu al online staan.
Veel plezier!

Met hartelijke groet,
Bas van de Zeven Droomtuinen
Het verhaal van de succesvolle stek is uiteraard een modelsituatie waarin alles perfect verliep. Zoals je al hebt kunnen lezen is de stek succesvol geworden omdat de omstandigheden goed zijn geweest.
Voor ons als stekmeesters in de dop is het dus van belang dat we die omstandigheden naar onze hand weten te zetten, zodat onze stekken zullen slagen! Honderd procent zekerheid heb je nooit, maar door die omstandigheden zo gunstig mogelijk te maken, is de kans op succes aanzienlijk.
De vraag is dus wat we moeten doen (en laten!) om onze stekpogingen tot een succesvol einde te brengen?

Los van de aandachtspunten die ik hieronder heb gepresenteerd (en die ik vervolgens in alle rust stuk voor stuk zal toelichten), is het tijdstip van stekken eigenlijk het belangrijkste vertrekpunt om de overige voorwaarden te kunnen bepalen. Dat tijdstip in het jaar hangt af van het type plant. Daar kom ik later op terug. Sommige planten laten zich makkelijker stekken als het loof van de bomen gevallen is, anderen juist als het loof aan de boom zit (hartje zomer). Niet voor niets maken we daarom onderscheid tussen de Zomerstek en de Winterstek

De stekwijze en voorwaarden van elk van deze stekmomenten is dermate verschillend, dat ik zowel het maken van een zomerstek als het maken van een winterstek afzonderlijk zal gaan uitleggen. Weten we echter of we een zomer- of winterstek kunnen gaan nemen, dan zijn de voorwaarden ook snel bekend!
Even buiten beschouwing gelaten of we een zomerstek of een winterstek gaan maken, eerst nog even de zojuist beloofde aandachtspunten:

  • Het stekhout moet de juiste dikte hebben. Te dun is niet goed, te dik ook niet.
  • De luchtvochtigheid moet (bij zomerstekken!) op orde zijn.
  • De bodem of stekmedium moet het juiste vochtgehalte bevatten.
  • De bodem of stekmedium moet voedingsarm zijn.
  • De stek moet bij voorkeur netjes geknipt of gesneden zijn.
  • De stek moet op de juiste manier in de grond worden gestoken.
  • De stek heeft de juiste verzorging nodig.

Aan de slag met winterstekken!

Wat is een winterstek?

Om maar met de eenvoudigste stekvorm te beginnen: De winterstek!
Wil je als enigszins (of volledig) onervaren stekkenmaker snel succesvol kunnen stekken, dan raad ik je aan om met dit type stek te beginnen. Komt ie!
Wanneer kies je voor een winterstek?

Een winterstek neem je als een plant zich daarvoor leent. De plant(soort) bepaalt dus of je een winterstek of een zomerstek kunt nemen. Daar kom ik hieronder op terug. Sommige planten laten zich zelfs lenen voor een winter én een zomerstek.

Over het tijdstip: De winterstek neem je - waarschijnlijk niet geheel verrassend - in de winter.
Van belang is dat de moederplant waar je het stekmateriaal van neemt in rust is. Dit betekent dat de sapstroom van de plant (zo goed als) stil ligt. Dit is zo'n beetje het geval vanaf december tot pakweg eind februari. Sommige planten wijken wat af, maar dit mag je verwaarlozen.
Je herkent een stilstaande sapstroom aan het feit dat enerzijds het loof van de boom of heester is gevallen (kale bomen en takken) en anderzijds de knoppen nog niet aan het zwellen zijn.
Bij voorkeur neem je een stek als het niet vriest.

Op je gemak meer lezen (of zien)?

Maak kennis met de leukste specials en tuinprojecten en ontvang elke twee weken op vrijdagmiddag een update in jouw mailbox

PS, heb je je al ingeschreven maar ontvang je geen emails?
Controleer je spambox en markeer de emails van de Zeven Droomtuinen als niet ongewenst!
Winterstekken van de gouden regen (Laburnum) en de zomerlinde (Tilia) zijn in het daaropvolgende voorjaar uitgelopen en al aardig gegroeid. Missie geslaagd!
Winterstekken van de gouden regen (Laburnum) en de zomerlinde (Tilia) zijn in het daaropvolgende voorjaar uitgelopen en al aardig gegroeid. Missie geslaagd!
Zo'n beetje alle bladverliezende bomen en heesters zijn geschikt voor de winterstek.
Een enkele keer kun je ook bladhoudende heesters stekken zoals bij de Liguster (Ligustrum vulgare) het geval is, maar dat is voornamelijk wanneer een plant van nature al erg eenvoudig te stekken is (gemakkelijk aanslaat).
Ik stek zelf gedurende de winterperiode veelvuldig gele, rode en groene Kornoeljes (Cornus) voor mijn wolkentuin, Ligusters (Ligustrum vulgare), Chinees Klokje (Forsythia) voor mijn bloementapijt, Vijgen (Ficus carica), de druif (Vitis Vinifera), gouden regen (Laburnum anagyroides) voor de hangende tuinen en nog een uiteenlopend scala aan andere heesters een boompjes.
Hoe kies je de juiste tak voor een winterstek?

Inderdaad, we spreken bij de winterstek niet meer van twijgen maar van takken. Het hout is immers verhout tegen de tijd dat de winterperiode is begonnen. Maar hoe weet je nu welke tak je moet kiezen voor een succesvolle winterstek?

Over het algemeen zijn takken die de dikte hebben van een pink (of iets meer of minder) zeker geschikt voor de winterstek. Meestal is het hout van deze dikte zo'n jaar of twee jaar oud. Te oud hout (van planten die heel langzaam groeien) is vaak minder geschikt. Er bestaan echter ook planten zoals de Wilg die van nature een enorme hoeveelheid groeihormoon bezit - zich op elke dikte laten stekken.
Dan is het nu tijd om de stoute handschoen aan te trekken en daadwerkelijk onze eerste winterstek te gaan nemen. Hieronder loods ik je er stap voor stap doorheen!
Lavendel stekken (Lavandula) in arme potgrond. Deze potgrond bestaat uit de restanten van gebruikte potgrond die ik heb opgespaard. Onder stap 4 zijn de Lavendel stekken beneveld met een biologisch schimmelwerend middel.
Lavendel stekken (Lavandula) in arme potgrond. Deze potgrond bestaat uit de restanten van gebruikte potgrond die ik heb opgespaard. Onder stap 4 zijn de Lavendel stekken beneveld met een biologisch schimmelwerend middel.
Bekijk ook
Moeiteloos geurige lavendel stekken

De wonderen zijn de wereld nog niet uit

Van Lavendel wordt verondersteld dat je alleen via de zomerstek-methode de plant kunt stekken. Ik ontdekte echter per toeval dat je ze ook op een ander moment in het jaar kunt stekken en zelfs met een nog veel hoger succespercentage. Je leest er alles over in het project Moeiteloos geurige lavendel stekken.
De stekken zijn gesneden en worden netjes gesorteerd door ze in bosjes bij elkaar te binden. Een elastiekje is hierbij ideaal.
De stekken zijn gesneden en worden netjes gesorteerd door ze in bosjes bij elkaar te binden. Een elastiekje is hierbij ideaal.

Stap voor stap een succesvolle winterstek knippen


  1. Zorg voor scherp en schoon knip- en snijgereedschap: Een smerige knipschaar kan er in een ongunstig geval voor zorgen dat er infecties ontstaan op het punt waar je de tak doorknipt gaan optreden. Zorg daarom voor scherp en schoon gereedschap. Een snoeischaar werkt het makkelijkst bij het knippen van winterstekken. Eventueel kun je de snoeischaar tevoren wat scherper maken met een zogenaamde wetsteen of nagelvijltje. Slijp de bladen van een schaar altijd van je vandaan en alleen aan de zijde waar de twee bladen tijdens het knippen elkaar raken.
  2. Selecteer de juiste tak van de moederplant die je gaat stekken: Kies voor een niet al te oude tak (eentje die dit jaar of vorig jaar aan de plant is ontstaan). Het makkelijkste is een tak te kiezen met de dikte van een pink of iets dunner. Mijn persoonlijke ervaring is dat takken die nog enigszins veerkrachtig (buigbaar) zijn, vaak ook de beste resultaten geven.
  3. De gekozen takken hoeven niet kaarsrecht te zijn: Als er wat vervorming in de geselecteerde tak zit of als de tak allerlei zijtakjes bevat, dan is dat geen probleem voor je selectie!
  4. Bepaal de juiste lengte: Knip de tak op zo'n 25 tot 40 centimeter lengte door. Knip bij voorkeur dwars door zo'n vertakkingsknobbel (de plek waar meerdere takken uit de tak verspringen) of vlak in de buurt van zo'n knobbel. Je hoeft niet recht te knippen. Schuin is zelfs beter omdat je het snij-oppervlakte daarmee vergroot en dat betekent meer kans op wortelvorming! 
  5. Fatsoeneer de afgeknipte stek: Knip nu alle eventueel aanwezige zijtakjes van de afgeknipte tak, zodat je slechts één tak in de lengterichting overhoudt. 
  6. Herhaal bovenstaand stappenplan totdat je voldoende stekken hebt verzameld: Zorg er daarbij voor dat je tenminste 2x zoveel stekken verzamelt als dat je uiteindelijk aan je stekkenproject wilt overhouden. Zo creëer je genoeg reserve om eventuele uitval gedurende het stek- en wortelstadium op te vangen.
Je kunt de stekken per stuk in het stekmedium (de stekbodem) steken maar ook in bosjes steken. Ik gebruik elastiekjes om de bosjes bijeen te houden.
Je kunt de stekken per stuk in het stekmedium (de stekbodem) steken maar ook in bosjes steken. Ik gebruik elastiekjes om de bosjes bijeen te houden.
Op welke plek kun je de winterstek het beste wegzetten?
Waar je in de zomer de krachtige zon een spelbreker kan zijn bij het stekken van gewassen (zomerstekken), heb je in de winter geluk. Er is eenvoudigweg weinig zon aanwezig. De zon kan wel veel schijnen maar het aantal uren en de zonkracht is zeer laag. Om je een idee van de zonkracht te geven: De UV-index die zo rond de langste dag zelfs boven de 8 kan bedragen, ligt tijdens die kille, donkere wintermaanden doorgaans ergens tussen de 0 en 2. Dat betekent dat onze winterstekken niet zo snel zullen uitdrogen of verbranden. Daarbij komt nog dat winterstekken over het algemeen geen loof (blad) bevatten. 

Daarom kun je winterstekken eigenlijk overal plaatsen, zolang er maar voldoende licht aanwezig is (niet te beschut wegzetten). Halfschaduw mag. Volle zon mag ook.

Probeer wel de stekken de koude oosten of noordenwinden te besparen. De wind chill (gevoelstemperatuur) van een stevige wind tijdens vorstdagen kan de stekken van de wat minder inheemse planten schade toebrengen. Zet bij voorkeur de stekken dus beschut weg, gericht op het westen of zuiden.
De stekbodem voor de winterstek voorbereiden

De winterstekken zijn nu verzameld! Het is nu tijd om de stekken in ons stekmedium te gaan steken. 
Daarvoor moeten we eerst de plek waar we onze winterstekken gaan steken gereedmaken: De stekbodem.
Je kunt een bestaande plek in je tuin kiezen om de stekken in de grond te steken, maar je kunt ook gebruik maken van een stenen, een terracotta of een kunststof pot. Kies je voor een pot, kies dan altijd voor een pot met gaten in de bodem een een volume van tenminste 25 liter en graaf deze bij voorkeur een stukje in in de vollegrond of zet deze vorstvrij weg.

Des te groter het volume van de pot, des te stabieler de omstandigheden voor de stek zullen zijn (wisselingen in vochtgehalte).

Voor winterstekken gebruiken we puur zand of zanderige grond. Ik gebruik zelf het liefste zand zoals opvulzand of metselzand omdat ik de stekken op een later tijdstip eenvoudig kan uitgraven zonder dat ik eventueel aanwezige wortels per ongeluk stukmaak.
Eventueel kun je een klein handje arme (gebruikte!) potgrond of tuinaarde door het stekmedium mixen. De grond wordt er iets luchtiger van.
Plant winterstekken nooit op een plek die continue nat is! Het stekmedium mag gewoon nat worden, zoals met al die winter regen meestal wel gebruikelijk is, maar het water moet wel weg kunnen zakken.

Zelf hoog ik de plek waar ik de winterstekken in de bodem ga steken altijd wat op met wat extra zand. Zo kan ik later de stekken nog eenvoudiger rooien. Vergelijk het met aardappels rooien. Dat gaat ook een stuk makkelijker als je ze op een dijkje teelt!
Hoe kun je het beste de winterstekken in de stekbodem steken?

Het steken van de stekken in je stekbodem oftewel stekmedium komt niet erg precies. Toch een paar vuistregels:

  • Controleer of je de stek niet op z'n kop in de grond steekt! Het klinkt als een dooddoener als ik zeg dat het snijvlak uiteraard altijd de bodem in moet, maar als je ineens heel veel stekken wilt gaan nemen, dan kan deze fout er weleens insluipen.
  • Steek de stek voor minstens de helft (of zo'n tweederde deel) in de bodem. Het maakt daarbij niet uit of de je stek recht of schuin in de bodem steekt.
  • Belangrijker dan de steekrichting of de steekdiepte is dat je het zand goed moet aan laten sluiten op de stekken. Er mag eigenlijk geen lucht meer onder de grond bij de stekken zitten. Een handige tip is met een beetje water (gieter of emmer) het zand even goed nat te maken. Het zand klinkt dan vanzelf in en de stekken raken netjes opgesloten in de zandhoop. Is er regen op komst, dan klinkt het zand overigens vanzelf al in.
Stekken van diverse heesters opgesteld in een bergje opvulzand. Je kunt ook metselzand of gewone zandgrond (zanderige tuinaarde) gebruiken. Klop of water het medium rondom de vers gestoken stekken goed aan. De groep winterstekken op de afbeelding heb ik na het aanplanten nog wat in de lengte ingekort zodat ze een mooie lengte krijgen.
Stekken van diverse heesters opgesteld in een bergje opvulzand. Je kunt ook metselzand of gewone zandgrond (zanderige tuinaarde) gebruiken. Klop of water het medium rondom de vers gestoken stekken goed aan. De groep winterstekken op de afbeelding heb ik na het aanplanten nog wat in de lengte ingekort zodat ze een mooie lengte krijgen.
Nu kan het feestje werkelijk van start gaan. Maar voor het daadwerkelijk zover is dat jouw versgestoken stekken wortel zullen gaan schieten en zullen gaan uitlopen (knop- en bladvorming), zal eerst de winter er nog overheen gaan. Dit is een groot verschil met zomerstekken, die al na een paar weken uitlopen. Winterstekken nemen is de meest eenvoudige manier van stekken nemen, maar om de stekken te zien aanslaan heb je wel een beetje geduld nodig.

Rustig wachten tot het voorjaar in aantocht is

Wat zich nu in de aankomende weken afspeelt is dat de stek wondweefsel oftewel callus-weefsel gaat vormen. Zoals ik je al vertelde ontstaan hier op een later tijdstip de wortels uit. 
Nu kun je de vers gestoken stekken eventueel rond eind februari of maart direct op de definitieve plaats van bestemming aanplanten! De stekken hebben dan nog geen wortels gevormd, zijn nog niet uitgelopen (nog geen bladvorming), maar bezitten als alles goed is verlopen een basis voor die wortelvorming (wondweefsel is in meer of mindere mate aanwezig).

Plant je de winterstekken voorlopig niet uit naar een definitieve plaats van bestemming, wacht dan tot de herfst zijn intrede doet en de bladeren van de bomen zijn gevallen. Laat je de stekken namelijk op de huidige plek wortel schieten, dan is de plant tijdens het groeiseizoen niet meer te verplanten. Een uitzondering hierop vormen de stekken die je in potten opkweekt. Zolang je de kluit intact laat kun je die stekken na wortelvorming op elk moment ergens aanplanten!

En dan de laatste aanwijzing voor onze winterstekken: Of je ze nu wel of niet wilt verplanten, houd de stekken een beetje in de gaten. Zodra er knoppen ontstaan dan weet je dat de sapstroom op gang is gekomen. Deze knoppen zullen kleine blaadjes produceren. Bladvorming betekent verdamping en dus waterbehoefte.
Houd de grond dus vochtig (geef regelmatig water) zodra de stekken uitlopen! Een maand nadat ze zijn uitgelopen mag je ze heel voorzichtig wat gaan verwennen met een paar korrels kunstmest of andere korrelmest. 

Tot zover de winterstek. Nu tijd voor meer salsa! Op naar de zomerstek!

Aan de slag met zomerstekken!

Wat is een zomerstek?

Misschien is het voorjaar of bijna zomer op het moment dat je dit leest en wil je aan de slag met het stekken van jouw eigen plantencollectie. In dat geval raad ik je zeker aan om het verhaal van de zomerstek te lezen. 
Wanneer kies je voor een zomerstek?

De zomerstek is een hele andere stek dan de winterstek. 
Niet alleen qua stekmoment in het jaar, maar ook qua type twijg en qua verzorging. Sommige planten laten zich alleen stekken in de zomer. Net zoals bij de winterstek het geval is, bepaalt de plantsoort of je een zomerstek of een winterstek ervan kunt nemen (of - in sommige gevallen - allebei).

Een zomerstek vereist ook iets meer aandacht dan een winterstek, omdat je nu niet met plantenweefsel in (winter)rust werkt maar met weefsel dat volop groeit! 

Het voordeel van een zomerstek ten opzichte van een winterstek is dat je (over het algemeen) veel sneller wortelvorming krijgt dan bij een winterstek. Na zo'n 5 à 7 weken kun je - als de omstandigheden goed zijn - al wat groei waarnemen.

Over het tijdstip van stekken: Een zomerstek neem je ergens tussen eind mei en half juli. Ergens aan het eind van het voorjaar en aan het begin van de zomer dus. Het tijdstip hangt ook een beetje van het weer af.
Als je een warm en zonnig voorjaar achter de rug hebt, kun je zelfs soms al vanaf half mei sommige planten stekken! 

Om het exacte tijdstip van stekken te bepalen, moeten we naar de status van onze twijg kijken.
Hoe kies je de juiste twijg voor je zomerstek?

Waar we bij de winterstek spraken over takken, spreken we bij de zomerstek over twijgen of twijgjes. Bij het nemen van zomerstekken werk je met groen, levend materiaal: Groene twijgen waar blaadjes of naalden aan zitten.
Dit zijn per definitie de twijgen die dit voorjaar ontstaan zijn. En nu dan het geheim van de kok voor het selecteren van de juiste twijg: 

De twijg moet niet te slap zijn (zoals die makkelijk buigbare lichtgroene vers gegroeide plantentopjes), maar ook niet te stug (stevig maar niet stug!).

De lengte van de twijg is eigenlijk helemaal niet zo relevant. Bij voorkeur is de twijg zo'n 10 tot 25 centimeter lang. Dat is dus een stuk korter dan de takken die je zou nemen voor een winterstek!

De dikte van de twijg is niet zo heel erg belangrijk. Zoals ik zojuist aangaf, is de stevigheid of rijpheid van de twijg veel belangrijker.
Hoe maak je zo'n twijg gereed om te stekken?
Hieronder loods ik je er stap voor stap doorheen!

Stap voor stap een succesvolle zomerstek knippen


  1. Zorg voor scherp en schoon knip- en snijgereedschap: Een smerige knipschaar kan er in een ongunstig geval voor zorgen dat er infecties ontstaan op het punt waar je de twijg doorknipt, gaan optreden. Zorg daarom voor scherp en schoon gereedschap. Het schoon werken is bij een zomerstek veel belangrijker dan bij een winterstek. Eventueel kun je de bladen van een smerige snoeischaar van tevoren even schoonmaken met wat alcohol of ander ontsmettingsmiddel. Een snoeischaar werkt het makkelijkst bij het knippen van zomerstekken maar je kunt de twijgen ook met een scherp mes afsnijden. Eventueel kun je de snoeischaar tevoren wat scherper maken met een zogenaamde wetsteen of nagelvijltje. Slijp de bladen van een schaar altijd van je vandaan en alleen aan de zijde waar de twee bladen tijdens het knippen elkaar raken.
  2. Selecteer de juiste twijg(en) van de moederplant die je gaat stekken: Bij voorkeur kies je twijgen die zich een redelijk deel van de dag in de zon hebben kunnen ontwikkelen. De twijg die je selecteert moet daarnaast blad of naalden bevatten. Zorg voor veerkrachtige twijgen die niet te stug zijn maar ook niet te slap. Kies altijd verse twijgen die dit (voor)jaar ontstaan zijn. 
  3. De gekozen twijgen hoeven niet kaarsrecht te zijn: Als er wat vervorming in de geselecteerde twijg zit of als de twijg allerlei zij-uitlopers bevat, dan is dat geen probleem voor je selectie!
  4. Knip of scheur de twijg op de juiste plek van de moederplant: Je kunt ofwel de twijg van de moederplant af scheuren of je kunt de twijg knippen. Als je kiest om te scheuren dan krijg je een zogenaamd hieltje (de "hielstek") wat je later iets terug kunt knippen (zie afbeeldingen hieronder). De beste optie is in mijn optiek om te scheuren omdat de plek waar je de scheut van de moederplant af scheurt van nature al veel Cambium en groeihormoon bevat (Cambium is groeiweefsel wat je gaat helpen bij het vormen van wondweefsel). Kies je voor knippen, knip de twijg dan bij voorkeur dwars door zo'n vertakkingsknobbel (een plek waar zich (al) knoppen op de twijg bevinden of waar blaadjes of takjes uit de twijg verspringen). Sommige planten moet je juist niet in de buurt van zo'n verspringpunt doorknippen maar ergens halverwege tussen twee verspringpunten (knoppen) in. Denk hierbij aan alle Bosrank (Clematis) variëteitenDeze planten zijn echter in de minderheid. Je hoeft niet recht te knippen. Schuin is zelfs beter omdat je het snij-oppervlakte daarmee vergroot en dat betekent meer kans op wortelvorming! Zorg ervoor dat je een strak snijvlak hebt (dus geen ruwe rand met vezels). Knip eventueel loshangende vezels op het snijvlak naderhand weg.
  5. Fatsoeneer de afgeknipte stek: Knip nu alle eventueel aanwezige zijtwijgen van de afgeknipte twijg, zodat je slechts één twijg in de lengterichting overhoudt.
  6. Knip de top van de twijg weg: Het deel wat nog erg vers groen is mag helemaal afgeknipt worden. Als het goed is hou je dan een stevig twijgje over. Je houdt nu een stek van pakweg 5 tot 10 of 15 centimeter over. De lengte van de stek is niet relevant!
  7. Knip nu alle bladeren weg, behalve de twee bovenste bladeren: Aangezien je al het topje hebt afgeknipt, zullen zich vlak onder dat topje nog ergens bladeren bevinden. De twee blaadjes die zich helemaal bovenaan bevinden, mag je laten zitten. De rest mag worden afgeknipt! Je houdt nu een stevig twijgje over met ergens in de buurt van de top twee blaadjes.
  8. Houd vers genomen stekken uit de zon: In deze tijd van het jaar is de zon sterk en zijn de temperaturen vaak aardig hoog. Direct na het afknippen van jouw twijg begint de verdamping al. Wat je te aller tijden wilt voorkomen is dat de twijg via al z'n blad vocht begint te verliezen. Fatsoeneer de stek daarom zo snel mogelijk op een schaduwrijke plek en bewaar de stek vervolgens ook uit de zon, bij voorkeur in een emmer gevuld met een beetje water of een gesloten plastic zak.
  9. Herhaal bovenstaand stappenplan totdat je voldoende stekken hebt verzameld: Zorg er daarbij voor dat je tenminste 4x zoveel stekken verzamelt als dat je uiteindelijk aan je stekkenproject wilt overhouden. Zo creëer je genoeg reserve om eventuele uitval gedurende het stek- en wortelstadium op te vangen. Tenzij je al aardig geroutineerd bent in het nemen van zomerstekken, ligt de slagingskans van zomerstekken over het algemeen iets lager dan in vergelijking met winterstekken.
Het hielstekje: Stekmateriaal dat via scheuren gemaakt is. Het zogenaamde hieltje moet nu alleen nog wat worden ingekort, om de kans op rotten in een later stadium te verminderen.
Het hielstekje: Stekmateriaal dat via scheuren gemaakt is. Het zogenaamde hieltje moet nu alleen nog wat worden ingekort, om de kans op rotten in een later stadium te verminderen.
Vijf verschillende zomerstekken: Sneeuwbal (2x), Portugese Laurier, Lavendel en Conifeer stekken. Let op de onderzijde van de stekken: Het hieltje is ingekort
Vijf verschillende zomerstekken: Sneeuwbal (2x), Portugese Laurier, Lavendel en Conifeer stekken. Let op de onderzijde van de stekken: Het hieltje is ingekort
Met het verkrijgen van de netjes gesneden en geknipte zomerstekken zijn we gereed om de stekken te gaan planten. Feitelijk hebben we nu een twijg met twee blaadjes. Die twee blaadjes die zullen zodra de stek geplant is ervoor zorgen dat de stek kan blijven leven en zelfs uiteindelijk kan gaan groeien: Er kan zonlicht opgevangen worden, waardoor er fotosynthese (een zeer belangrijke trigger voor groei) in de plant kan optreden. 
Bewaar de stekjes uit de zon, bij voorkeur in een vochtige omgeving, totdat je gereed bent om ze te stekken!
De stekbodem oftewel het stekmedium voorbereiden

Voor het stekken van zomerstekken gebruiken we - net zoals bij het nemen van de winterstekken het geval is - bij voorkeur zand vermengd met wat verarmde of uitgeputte potgrond. Je mag best aardig wat potgrond door het zand heen mengen (tot een derde of de helft), maar kies nooit voor bemeste tuinaarde of verse of verrijkte potgrond! Hier laat ik je zien hoe je zelf verarmde potgrond verzamelt. 
Zomerstekken kun je het beste in een pot of tray stekken, zolang er uiteraard gaatjes aan de onderzijde van het omhulsel aanwezig zijn. 

Verdamping van vocht uit de verse stekken is het allereerste gevaar voor mislukking. Dat wil je dus zo veel mogelijk voorkomen. Omdat je eigenlijk de stekken na het verzamelen zo snel mogelijk in het stekmedium (de stekbodem) wilt verwerken, kun je er profijt van hebben om voordat je de stekken gaat nemen, het stekmedium al gereed te hebben!
Hoe vochtig moet de stekbodem of stekaarde zijn?

Nu komen we op een delicater stukje van ons zomerstek avontuur, namelijk het regelen van vochtigheid van de stekaarde (of beter gezegd: De afwezigheid van vocht!).
Hoe vaak is stekken wel niet misgegaan omdat de vochtigheid van de aarde te hoog bleek te zijn...
Daarom even kort wat achtergrondinformatie:
Een stek kan geen water aanzuigen. De stek heeft namelijk voorlopig nog geen wortels.
Daarom heeft de stek geen water nodig.
Omdat de stek geen wortels heeft, kan water juist ervoor zorgen dat er schimmels ontstaan en dat de stek gaat rotten!

Hoe zorgt de stek er dan voor dat zijn vochtigheid op peil blijft? Door het vocht dat ie al bezit zo goed mogelijk vast te houden. Dat doe je niet door water aan het stekmedium (de aarde) toe te voegen maar door de luchtvochtigheid zo hoog mogelijk te houden!

Mix de voorbereide stekaarde goed door elkaar en voeg -alleen in het geval de stekaarde niet klam in de handjes aanvoelt - een heel klein beetje water toe.
Een heel klein beetje..!

De kunst is om de stekaarde niet echt nat te maken maar een beetje klam. Eigenlijk is de stekaarde al goed als deze je handen vuil maakt of als er wat zandkorrels aan je handen blijven plakken. Klam of dampig dus! Zeker niet meer dan dat en en helemaal niet nat! Je wil onder alle omstandigheden voorkomen dat de stekken gaan schimmelen. En geloof me, in een fase waarin de dag- en nachttemperaturen heerlijk hoog zijn en een omgeving met een zeer hoge luchtvochtigheid (daar kom ik dadelijk op terug!), is het een feest voor schimmels.
Hoe kun je het beste de zomerstekken in de stekbodem steken?

Dit is het onderdeel van het hele zomerstekken-proces dat eigenlijk altijd wel goed gaat.
Voor zomerstekken kun je potten of trays gebruiken die je (tot de rand of een stukje eronder) vult met de stekaarde. 

Zorg ervoor dat de bladeren geen contact maken met de aarde. 
Duw de stekken in de voorbereide stekaarde (het stekmedium oftewel de stekbodem) tot het punt dat de laatste twee blaadjes (de enige twee blaadjes!) iets boven het oppervlak zweven.
Dat vermindert de kans op schimmelvorming.

Houd minstens een centimeter ruimte tussen de blaadjes van de afzonderlijke stekken.
Zet zomerstekken nooit te dicht bij elkaar, tenzij met een gewas te maken hebt dat van nature al makkelijk stekt, zoals de Liguster (Ligustrum vulgare). Deze zet ik soms zelfs per 100 in een klein potje van pakweg 8 of 10 liter! Maar voor de meeste andere stekken raad ik je dit af. 
Een aantal zomerstekken onder plastic. Blauwe Regen stekken (Wisteria) in de kleuren wit en roze, Trompetbloem stekken, Jasmijn stekken, Bosrank (Clematis) stekken en een niet te stekken Sering
Een aantal zomerstekken onder plastic. Blauwe Regen stekken (Wisteria) in de kleuren wit en roze, Trompetbloem stekken, Jasmijn stekken, Bosrank (Clematis) stekken en een niet te stekken Sering
Hoe zorg je voor de juiste luchtvochtigheid van de zomerstekken?

Zomerstekken kunnen, zoals je zojuist hebt kunnen zien, zelf geen vocht uit de bodem opnemen en dat hoeft ook niet. Ze bevatten vanuit de moederplant waar ze vanaf geknipt zijn echter wel voldoende vocht. Dat vocht moet zoveel mogelijk in de stek zelf behouden blijven, tot het moment dat de stek wortels heeft gevormd en groei zichtbaar is. Daarom moet de zomerstek tussen de fase van het afknippen en het steken goed beschermd worden tegen zonlicht en andere vormen van uitdroging.

Maar ook na het steken van de zomerstekken moet de vochtigheid op peil blijven!
Dat doe je door de luchtvochtigheid van de omgeving waarin de stekken dadelijk zullen gedijen zo hoog mogelijk te houden. Een plantenkweker regelt dit door zijn stekken continue met water te benevelen, maar voor de hobbyist zit dat er vaak niet in. Er zijn echter andere zeer effectieve mogelijkheden: 

Je kunt namelijk gebruik maken van een transparante (licht doorlatende) afdekking, zoals een kap of een plastic zak. Maak je gebruik van een plastic zak, kies dan een zo ruim mogelijke zak. Steek wat (bamboe) sticks op de hoeken van de stektray of pot en trek de zak er overheen. 
Zorg dat het geheel goed is afgesloten! Je wilt niet dat de luchtvochtigheid daalt als gevolg van wegstromende lucht.

Zodra ik de stekken in het stekmedium gestoken heb en deze vervolgens heel even licht beneveld heb met wat schimmelwerend middel, dek ik het gehele af met een doorzichtige vuilniszak.

Des te leerachtiger het blad is (er ligt in dat geval een wasachtig laagje over het blad waardoor het een klein beetje glimt), des te beter zo'n stek beschermd is tegen uitdroging. 
Waar kun je de zomerstekken het beste wegzetten?

Een aantal stekken direct in het zand gestekt ondergepannen doorzichtig plastic: Glansmispel (Choysia ternata), Sneeuwbal (Viburnum tinus), Sneeuwbal (Viburnum davidii, Liguster (Ligustrum vulgare)
Een aantal stekken direct in het zand gestekt ondergepannen doorzichtig plastic: Glansmispel (Choysia ternata), Sneeuwbal (Viburnum tinus), Sneeuwbal (Viburnum davidii, Liguster (Ligustrum vulgare)
Zomerstekken hebben warmte en licht nodig, maar haten zonlicht!

Houd er rekening mee dat ingeval zonnestralen de afgedekte stekopstelling weten te bereiken, deze de temperatuur peil snel zullen opvoeren en dat wil je voorkomen omdat je stekken dan razendsnel vocht zullen verdampen of zelfs kunnen gaan koken. Houd zomerstekken die met een kap of plastic zijn afgedekt daarom altijd volledig uit de zon!
Zet de stekken op een warme en lichte plek weg (maar dus wel uit de zon!). In de zomer is elke plek buiten over het algemeen wel warm genoeg. Je mag de stekken ook wegzetten in een broeikas, zolang ze maar in de schaduw staan.

Je wil dat de stekken zoveel mogelijk daglicht (geen zonlicht) opvangen. Hou er echter rekening mee dat zo'n kap (in combinatie met eventueel condens) extra invallend licht gaat beperken. Zet daarom de stekken op een plek weg waar daglicht recht van boven naar beneden op de stekken kan vallen. Ideaal is een opstelling achter een muurtje, schutting of een haag oid.
Liguster stekken (Ligustrum vulgare) die even mogen luchten. Liguster is een ontzettend eenvoudige plant om te stekken. Zoals je ziet durf ik deze plant te stekken zonder enige tussenruimte te houden. De eerste stekken zijn inmiddels al aangeslagen (beworteld), getuige de uitloop van jonge twijgen!
Liguster stekken (Ligustrum vulgare) die even mogen luchten. Liguster is een ontzettend eenvoudige plant om te stekken. Zoals je ziet durf ik deze plant te stekken zonder enige tussenruimte te houden. De eerste stekken zijn inmiddels al aangeslagen (beworteld), getuige de uitloop van jonge twijgen!
Bekijk ook
De magie van planten vermeerderen
Hoe verzorg je je zomerstekken?

De zomerstekken zijn gestekt, gestoken, een klein beetje met water of met een schimmelwerende vloeistof beneveld en vervolgens afgedekt en wel netjes op een schaduwrijke maar lichte plek weggezet. Alles goed tot dusverre!

Maar nu begint het stekkenavontuur van de zomerstek pas echt.
Want er zullen altijd wel een aantal stekken zijn die het niet redden. Als je wekelijks even de stek opstelling een kwartiertje belucht (kapje eraf) en direct erna weer benevelt met wat water (of schimmelwerend middel) zodat de luchtvochtigheid op peil blijft, dan kun je ook meteen die mislukte stekken verwijderen. Je herkent ze aan de bruine kleur of het afgevallen blad.
Verwijder dode delen zo snel mogelijk. Dat voorkomt de kans op virussen en schimmelvorming!

Afhankelijk van het type stek en de temperatuur in de fase waarin je stekt, zal de stek - net als bij de winterstek het geval is - wondweefsel oftewel Callus gaan vormen, waaruit de wortels zullen ontstaan. De wortelvorming kan al na een week of 3 plaatsvinden, soms zelfs nog wat sneller. Soms duurt het ook 6 weken of zelfs maanden(!) zoals bij het stekken van bijvoorbeeld de Sneeuwbal(Viburnum Davidii), Rhododendrons, Azalea's en coniferen of andere naaldhoudende planten.

Trek nooit aan een stek om te kijken of er zich wortels gevormd hebben! Mogelijk trek je direct de jonge kwetsbare wortels van de stek stuk. Beter is de onderkant van de pot (de gaten in de pot of de tray) even controleren op wortelvorming. Vaak kun je wortelvorming ook herkennen aan de groei: Er komt blad aan de stekken!

Zodra er bladvorming optreedt, begin je voorzichtig met water geven. Niet teveel omdat je de nog niet gewortelde stekken niet wilt verpesten. Eerder dan dit moment hoef je eigenlijk ook nooit water te geven. Zolang er geen nieuw (uitvouwend) blad aanwezig is, heeft de plant namelijk nog geen echte waterbehoefte vanuit de aarde.

Na een paar weken nadat het eerste nieuwe blad gevormd is begin je heel voorzichtig met het geven van wat voeding. Enkele traag werkende mestkorrels zijn eigenlijk al meer dan voldoende.

Aan het einde van het seizoen, zo'n beetje in de nazomer of in de herfst kun je de stekken in de vollegrond uitplanten. Als het goed is heeft zich inmiddels een mooie wortelkluit gevormd.
Het controleren van wortelvorming. Onder aan de pot of tray verschijnen uiteindelijk witte worteltjes. Laat de stekken nog even rustig in deze pot of tray doorgroeien zodat het wortelnetwerk steviger en uitgebreider kan worden.
Het controleren van wortelvorming. Onder aan de pot of tray verschijnen uiteindelijk witte worteltjes. Laat de stekken nog even rustig in deze pot of tray doorgroeien zodat het wortelnetwerk steviger en uitgebreider kan worden.

Meestertips

Tip: Hoe kom je aan verarmde potgrond?


Mogelijk heb je dit jaar een aantal planten in potgrond gekweekt. Die planten hebben fijn kunnen groeien op al die voedingsstoffen in de potgrond. Daarna raakte de potgrond uitgeput, werd het tijd om de potgrond te vervangen of is de (eenjarige) plant aan het einde van het seizoen gewoon afgestorven. Juist de uitgeputte (verarmde)  potgrond die vervolgens is achtergebleven, is ideaal om jouw stekmedium mee te verrijken! Ik gooi de potgrond die na het groeiseizoen vrijkomt uit oude kweekpotten daarom nooit weg maar bewaar deze in een container. Zodra ik de potgrond nodig heb, schep ik hier wat potgrond uit. 
Het ideale stekmedium: Een klein beetje verarmde potgrond gemixt met zand
Het ideale stekmedium: Een klein beetje verarmde potgrond gemixt met zand

Tip: Waarom moet je verse stekken nooit in (verrijkte) potgrond of tuinaarde stekken?


Een stek bezit nog geen wortels. Eerst zal de stek dus wondweefsel gaan vormen om vervolgens wortels hierop aan te maken. Jonge wortels kunnen echter eenvoudig verbranden wanneer er teveel voedingsstoffen (nutriënten) in de bodem aanwezig zijn. Daarnaast hebben stekken gedurende de eerste twee maanden nog geen voeding nodig. Stekken zullen zelfs nog een tijdje op de voedingsstoffen die in de stek al aanwezig waren teren. Maak je dus geen zorgen over ondervoeding en voorkom daarmee verbranding van de wortels.  Laat ze eerst maar eens goed aanslaan en aantrekken😉.

Tip: Hoe weet je of de tak of moederplant die je wilt stekken nog leeft?


In de zomer kun je dit eenvoudig herkennen aan het blad of de naalden die een tak bevat, maar in de winter wordt dit voor sommige planten een stuk lastiger. Veel loofbomen (niet allemaal!) bezitten immers geen blad in de winter. Sommige takken verliezen zelfs tijdens hele droge periodes in de zomer hun blad. Maar dat wil geenszins zeggen dat de tak dan afgestorven is. Zelf controleer ik zelden of een tak al dan niet leeft. Meestal kun je een levende tak al snel herkennen omdat de bast op spanning staat. Het betekent dat er nog sap door de vaten in de tak stroomt. Mocht je zelf twijfelen of het gewoon een stuk lastiger vinden om te zien wanneer een tak of twijg leeft, dan volgt hieronder de lakmoesproef!

Dé lakmoesproef voor het bepalen of de tak of twijg leeft is om met je nagel een klein beetje van de bast van een tak af te schrapen. Als het goed is, bevindt zich (ook in de winter!) een heldergroene laag (kleur) onder de bast.
Dé lakmoesproef voor het bepalen of de tak of twijg leeft is om met je nagel een klein beetje van de bast van een tak af te schrapen. Als het goed is, bevindt zich (ook in de winter!) een heldergroene laag (kleur) onder de bast. De foto is gemaakt hartje winter.
Dé lakmoesproef voor het bepalen of de tak of twijg leeft is om met je nagel een klein beetje van de bast van een tak af te schrapen. Als het goed is, bevindt zich (ook in de winter!) een heldergroene laag (kleur) onder de bast. De foto is gemaakt hartje winter.

Tip: Hoe voorkom je schimmelvorming bij de zomerstekken?


Winterstekken staan buiten in de frisse wind. Schimmelvorming zal hier niet zo snel optreden. Maar bij zomerstekken ligt dit net even anders. Schimmelvorming is hier vijand nummer 2 (na uitdroging van de stekken). Hoe voorkom je nu schimmelvorming van je zomerstekken? 

  • Maak geen gebruik van verrijkte of rijke tuinaarde of potgrond. Veel potgrond die via de handel wordt aangeboden is helemaal niet geschikt omdat deze nog lang niet verteerd is. De vertering onder invloed van bacteriën en schimmels zal dus voorlopig nog wel even doorgaan en schimmel willen we niet in ons stek medium.
  • Zorg voor een bijna-droog, klam stekmedium. Vochtig en nat is desastreus voor je stekken.
  • Vermijd condens druppels. Zorg voor een hoge luchtvochtigheid maar zorg er tegelijkertijd voor dat eventuele condens druppels afkomstig van de afdekkap of -plastic niet in contact kunnen komen met de takjes en blaadjes van je stekken aan. Houd dus voldoende afstand tussen het afdekmateriaal, de randen van de bak waar de stekken in geplaatst zijn en de stekken!
  • Bestuif de stekken vlak na het stekken met een schimmelwerend middel. Er zijn in de handel goede biologische middelen in omloop die de schimmelvorming remmen. Je hebt dan ook meteen de luchtvochtigheid op peil gebracht! De bladeren mogen uiteraard druppels bevatten van dit vocht!
  • Lucht de stekken tenminste een keer per week en controleer of de lucht nog vochtig genoeg is. Je hoeft geen dikke laag druppels aan de binnenzijde van je afdekmateriaal te zien! Vaak is de aanwezigheid van een beetje condens her en der tegen het afdekmateriaal al een teken dat de lucht meer dan vochtig genoeg is.
  • Gebruik honing als desinfecterend middel bij het steken van de stekken. Doop de stek met de onderzijde eerst even in wat honing, strijk de honing vervolgens zoveel mogelijk van de stek en steek deze vervolgens in het stekmedium.
  • Als alternatief kun je ook stekpoeder gebruiken. Stekpoeder bevat ook stoffen die de productie van wondweefsel en daarmee uiteindelijk wortelvorming stimuleren. Door wat stekpoeder op de wond te smeren (in het poeder dippen), help je als het ware de stek. Er zijn ook andere manieren om die groeiperikelen te stimuleren. Gebruik je stekpoeder, wees dan wel heel zuinig met het gebruik ervan omdat teveel poeder tegen gaat werken. Klop het poeder daarom altijd vlak voor het steken van de stekken even af (niet boven het stekmedium maar elders!). Des te minder poeder, des te beter. Ik gebruik stekpoeder eigenlijk zelf heel weinig.

Tip: Steek wilgentakken naast je eigen stekken om de hoeveelheid groeihormoon een boost te geven


Stek je bepaalde planten, steek er dan eens een paar wilgentakken naast! Alle planten bevatten van nature een zekere hoeveelheid groeihormoon. Dat groeihormoon helpt met de vorming van wondweefsel (callus) en dat is goed nieuws voor onze stek inspanningen. Wilgen zijn echter kampioen in de productie van groeihormoon. Ze bezitten van nature al gigantische hoeveelheden groeihormoon waardoor een wilg niet alleen zelf heel makkelijk te stekken is, maar -zodra je een verse wilgentwijg in de grond steekt - de omgeving ook hierdoor beïnvloed wordt! Wilgenstekken helpen via hun hormonen in de grond ook de wortelvorming van andere planten! Door verse wilgentwijgen naast je eigen stekken te plaatsen stimuleer je dus ook bij je eigen stekken extra wortelvorming.
Ik hoop dat je deze complete gids voor het nemen van winterstekken en zomerstekken enigerlei van waarde voor je is geweest of dat nog gaat zijn! Dat gezegd hebbende, wens ik je ontzettend veel succes en bovenal plezier toe met het stekken van jouw eigen favoriete planten! Mocht je vragen of opmerkingen hebben, stel ze gerust in het reactie-deel hieronder.
Ik hoop dat je genoten hebt van deze special en misschien zelfs geïnspireerd bent geraakt door een idee waarmee je eigen tuin nog sprookjesachtiger kunt maken. Ik ben heel benieuwd naar jouw eigen creatie en het uiteindelijke resultaat! Laat daarom gerust jouw ervaring of indruk hierover achter.
Of misschien vind je het leuk om deze special met anderen te delen of wil je me wat vragen.
Volg jouw favoriete onderwerp

Klik op een schuifje om je aan te melden:

Ontdek meer...

Reacties

Momentje aub...
  •  
  • Mijn account
  • Mijn bibliotheek
  • Uitloggen
  • © de Zeven Droomtuinen • 2024
    Je hebt nog 1 gratis member-only Special voor deze maand tegoed.
    Schrijf je in voor onbeperkte toegang